Maandelijks archief: januari 2016

SOMPRODUCT: meer dan SOM en PRODUCT

SomProductSOMPRODUCT: één van de vele functies van Excel. Waar kan die voor gebruikt worden?
In dit artikel zal ik laten zien dat het meer kan zijn dan een optelling van getallen nadat die vermenigvuldigd zijn, zoals de formule hiernaast weergeeft.
Nog sterker: ik denk dat in de praktijk het (meer oneigenlijke) gebruik van de functie vaker wordt toegepast dan zoals de functie oorspronkelijk bedoeld was.

Standaard-gebruik van SOMPRODUCT

SomProduct1Laten we als simpel voorbeeld een bedrijfje nemen met 4 producten met verschillende prijzen. SomProduct2Tijdens de verkoop in de winkel wordt het aantal verkochte producten netjes bijgehouden. Op het einde van de dag willen we natuurlijk wel snel weten wat de omzet is geweest.
In het Voorbeeldbestand in het tabblad Vb1 heb ik de fictieve verkoopaantallen opgenomen. Om de omzet te bepalen moeten we de aantallen nog vermenigvuldigen met de bijbehorende prijs en alle bedragen optellen.
De standaardmethode is dan als volgt:

  1. Voeg een kolom toe waar de prijs van het product komt te staan. Dit kan makkelijk met een zoek-formule in cel G4 (in het voorbeeld staan Product en Aantal in de kolommen E en F):
    =VERT.ZOEKEN(E4;B$4:$C$7;2;ONWAAR)
    Kopieer deze formule naar beneden.
  2. De omzet komt in kolom H: in iedere regel wordt de cel in kolom F vermenigvuldigd met de cel in G.
  3. Dan onderaan in H27 een SOM-formule en we zijn klaar.

Met de Excel-functie SOMPRODUCT kunnen we de stappen 2 en 3 vervangen door één formule (in cel H28):
=SOMPRODUCT(F4:F26;G4:G26)

Wat doet deze formule: de inhoud van cel F4 wordt vermenigvuldigd met die in cel G4, F5 met G5 enzovoort tot en met de vermenigvuldiging van F26 en G26; de resultaten van de vermenigvuldigingen (PRODUCT) worden opgeteld (SOM).

NB bij het ‘nette’ gebruik van SOMPRODUCT worden de arrays gescheiden door een ; (punt-komma). Het is echter ook toegestaan om de matrices met elkaar te vermenigvuldigen. De formule wordt dan:
=SOMPRODUCT(F4:F26*G4:G26) (zie cel H29)
We zullen hieronder zien, dat deze vorm allerlei mogelijkheden biedt voor filtering van resultaten.
Een ander voordeel is, dat de formule geëvalueerd kan worden:

  1. SomProduct3selecteer cel H29
  2. kies in de menutab Formules in het blok Formules controleren de optie Formule evalueren
  3. er verschijnt een nieuw scherm:
    SomProduct4Klik op Evalueren en Excel zal de onderstreepte bewerking gaan uitvoeren (in dit geval de vermenigvuldiging van de 2 arrays).
    Je ziet dan de tussenresultaten (zoals we zelf ook hadden berekend in de cellen H4 t/m H26) omgeven door accolades ten teken dat het resultaat ook weer een array/matrix is. Bij de volgende evaluatiestap worden de tussenresultaten opgeteld.

SomProduct5Met wat creativiteit kan de standaard-formule ook nog anders gebruikt worden.
Stel dat we in de winkel niet de aantallen, maar de omzet bijhouden en we willen weten hoeveel stuks er over de toonbank zijn gegaan, dan doen we iets vergelijkbaars als hiervoor: een kolom met de prijs toevoegen en daarachter geen vermenigvuldiging maar een deling (omzet/prijs) en dan die aantallen onderaan optellen (zie Voorbeeldbestand in het tabblad Vb1).
Ook dit kan sneller met SOMPRODUCT:
=SOMPRODUCT(K4:K26;1/(L4:L26))

Verbaasd? Weet je nog bij wiskunde: delen door een getal is hetzelfde als vermenigvuldigen met het omgekeerde.
Dus we vermenigvuldigen de omzet (kolom K) met het omgekeerde van de prijs (dus 1 gedeeld door kolom L).

SOMPRODUCT voor gevorderden 1

Maar nu begint het pas leuk te worden!
Nu we ongeveer weten hoe SOMPRODUCT werkt, gaan we nog eens wat andere arrays toevoegen.

In het Voorbeeldbestand heb ik op tabblad Vb2 hetzelfde verkoopoverzicht staan. SomProduct6Waar we hiervoor een totale omzet hebben berekend, gaan we nu de omzet per product uitrekenen zonder  gebruik van een hulpkolom.

De formule: =SOMPRODUCT(($E$4:$E$26=I4)*($F$4:$F$26)*($G$4:$G$26)) in cel J4 volstaat om het resultaat 1.590 te berekenen.
De laatste 2 matrices kennen we al van de totalen-berekening (nu absoluut gemaakt zodat de formule naar beneden naar de andere drie producten kan worden gekopieerd).
Met de eerste array is iets ‘geks’ aan de hand: we gebruiken niet de inhoud zelf van de cellen E4 t/m E26 maar het resultaat van een vergelijking met cel I4: als de inhoud van cel E4 gelijk is aan de inhoud van cel I4 dan wordt het resultaat WAAR anders ONWAAR.
Voor Excel is WAAR gelijk aan 1 en ONWAAR gelijk aan 0; dus bij vermenigvuldigen wordt alleen de omzet meegeteld als de vergelijking met I4 WAAR is.

Bekijk met Formule evalueren de tussenstappen:  SomProduct7  SomProduct8  SomProduct9  ……
SomProduct10 etc

SOMPRODUCT voor gevorderden 2

Maar we hoeven het natuurlijk niet bij één filter/selectie te houden.
SomProduct11In het Voorbeeldbestand op het tabblad Vb3 staat een iets uitgebreider omzetoverzicht. Aangezien we nu ook  informatie over de regio hebben kunnen we daar ook op selecteren/filteren bij het berekenen van de totale omzet:
in cel H4 komt dan =SOMPRODUCT(($B$3:$B$1002=$H$2)*($C$3:$C$1002=$H$3)*$E$3:$E$1002)

Op dezelfde manier turven we ook het aantal keren, dat er voor de regio Noord het product Een is verkocht: =SOMPRODUCT(($B$3:$B$1002=$H$2)*($C$3:$C$1002=$H$3))

Tik in cel H2 Zuid in en de resultaten staan in de cellen H4 en H5!

Voor Draaitabel-adepten (net als ik!) is dit allemaal spielerei en moeilijk gedoe: met 8 muisklikken (en nog een paar extra om de opmaak te regelen) heb je al een totaaloverzicht met alle gewenste uitsplitsingen (zie tabblad Vb3).
Maar ik moet toegeven dat de mogelijkheden van SOMPRODUCT soms verder gaan: je kunt de formules op iedere willekeurige plaats gebruiken en bent dus niet gebonden aan het draaitabel-stramien.
En ook de filteringsmogelijkheden gaan verder:

SomProduct12In het omzetoverzicht is een verkoopdatum opgenomen; door een juiste filtering bepalen we de totalen per maand (ik weet het: met groeperen kan dat ook simpel in een draaitabel!). De formule voor het aantal wordt dan:
=SOMPRODUCT(1*(MAAND($D$3:$D$1002)=$H$7))

LET OP omdat we maar 1 selectie/filtering hebben, hebben we dus ook maar 1 array met daarin de waardes WAAR en ONWAAR. Bij de vorige voorbeelden werden die door Excel naar 1 en 0 vertaald bij de vermenigvuldiging. In dit geval forceren we een berekening door de waarden van de array met 1 te vermenigvuldigen. Een andere berekening is 0 erbij optellen (zie cel I9) of om het tegenovergestelde ervan te pakken (min-teken ervoor zetten; is hetzelfde als vermenigvuldigen met -1; zie cel J9). Doe dat laatste 2x om het juiste teken te krijgen!
Bekijk de tussenstappen met Formule evalueren.

In het tabblad Vb3 zijn nog andere voorbeelden opgenomen, die met een draaitabel niet of moeizaam kunnen worden opgelost. Via de juiste formules is het ook mogelijk om op stukken tekst te filteren.  In cel H12 staat:
=SOMPRODUCT(ISGETAL(VIND.ALLES(H11;$B$3:$B$1002))*$E$3:$E$1002)

Als de tekst uit H11 voorkomt in de cellen in kolom B (VIND.ALLES levert dan een getal op, namelijk de positie waar de tekst gevonden is) dan levert ISGETAL de waarde WAAR op, anders ONWAAR. Bij de vermenigvuldiging met de waardes uit kolom E worden deze automatisch vertaald in 1 en 0. Ook hier: bekijk de tussenstappen met Formule evalueren.

LET OP de functie VIND.ALLES is hoofdletter-gevoelig.

SOM voor gevorderden

Voor de liefhebbers: de eigenschap van SOMPRODUCT, dat berekeningen worden uitgevoerd op reeksen/arrays/matrices kunnen we ook toepassen bij veel ‘gewone’ Excel-functies, zoals SOM.

In I16 wordt SOM gebruikt ipv SOMPRODUCT. Maar om Excel te laten weten, dat er een matrix-berekening moet worden uitgevoerd moet je na het invoeren van de formule NIET op Enter drukken, maar op Ctrl-Shift-Enter (soms afgekort als CSE-invoer).
Excel plaatst dan automatisch accolades rond de formule.

LET OP alleen CSE-invoer kan gebruikt worden voor matrix-berekeningen; zelf plaatsen van accolades werkt niet!

SOMPRODUCT voor zeer gevorderden

Ik kwam deze week toevallig een voorbeeld tegen van SOMPRODUCT waarbij ik toch even op mijn hoofd moest krabben.
Ik heb de formule aangepast voor de Nederlandse versie van Excel en nog wat opmaak toegevoegd:

=”06 “&TEKST(SOMPRODUCT(10^(8-RIJ(INDIRECT(“1:8″)))*ZOEKEN(CODE(HOOFDLETTERS(DEEL(LINKS(SPATIES.WISSEN(SUBSTITUEREN(C3;” “;””))&HERHALING(“0”;8);8);RIJ(INDIRECT(“1:8″));1)));{48;49;50;51;52;53;54;55;56;57;64;68;71;74;77;80;84;87};{0;1;2;3;4;5;6;7;8;9;2;3;4;5;6;7;8;9}));”000 000 00”)

Deze formule zet een telefoonnummer in letters (in reclames werd je er ooit mee dood gegooid; nu zie ik ze niet meer) om naar een echt telefoonnummer:
dus 06 DIZ PK ROI wordt 06 349 757 64.

Gebruik Formule evalueren om de formule te doorgronden op het tabblad Vb4 van het Voorbeeldbestand.

Kom je er niet uit: neem contact op met G-Info.


Weekdagen en weeknummers

Kalender-2016-LandscapeEén van de eerste artikelen op de site van G-Info ging over datums en de mogelijkheden van de diverse opmaak-opties (klik hier voor het betreffende artikel).

Vorige week kreeg ik een vraag over weekdagen en weeknummers in Access. Toen bleek, dat het probleem niet met opmaak was op te lossen, viel het me weer op, hoe ingewikkeld het kan zijn om dit soort vraagstukken met behulp van formules te tackelen.
Ook de (soms) grote verschillen tussen Excel en Access maken het er niet makkelijker op (hoezo, allebei een onderdeel van Microsoft Office!) .

Daarom maar eens wat mogelijkheden (en onmogelijkheden) op een rijtje gezet.

Opmaak in Excel

Zoals gezegd heb ik daar in een eerder artikel al eens over geschreven.
KalenderIn het Voorbeeldbestand heb ik een overzicht gemaakt met de dagen van de laatste week van 2016 en de eerste 2 van 2016.
De datums staan in kolom F; in de kolommen G t/m J staan verwijzingen naar de dagen in kolom F, maar met behulp van celopmaak (Ctrl-1 indrukken) is de lay-out van de cellen veranderd.

Voordeel hiervan is, dat makkelijk en snel de opmaak aangepast kan worden aan je wensen.
Nadeel is echter, dat je niet rechtstreeks formules of filters op deze cellen kunt los laten; de inhoud van die cellen blijft een datum (intern voor Excel een getal). Ook is het niet mogelijk om op deze cellen een Voorwaardelijke opmaak toe te passen.

NB wanneer je een Filter aanbrengt op het overzicht zul je zien, dat de filtermogelijkheden voor de kolommen F t/m J allemaal hetzelfde zijn: Excel ziet, dat het datums betreft en geeft daarom de mogelijkheden om te filteren op jaar, maand of dag. Het is NIET mogelijk om te filteren op bijvoorbeeld maandag.

Kalender2Experimenteer met de aangepaste opmaak via Celeigenschappen (Ctrl-1). Gebruik combinaties van de letters d, m en j; 1 letter, 2 letters etc. Het resultaat zie je direct in het vak Voorbeeld.

Datum-formules in Excel

Wil je kunnen rekenen, filteren, sorteren met de diverse onderdelen van een datum dan voldoet de opmaak niet meer. Je zult dan formules moeten gebruiken, waarmee de datum ‘ontleed’ wordt.

In het Voorbeeldbestand zijn in de kolommen K, L en M formules gebruikt om het jaar, de maand en de dag van een datum op te halen; in cel K4 bijvoorbeeld staat de formule =JAAR(F4).

Niets bijzonders, handig, recht-toe-recht-aan.
Willen we echter de weekdag ophalen (is het een maandag, dinsdag?) , dan blijkt er in Excel geen functie te zijn, die dat rechtsreeks oplevert; wel kunnen we het volgnummer van de dag in de week opvragen met de functie Weekdag.
Daar zit echter een addertje onder het gras: er is in de wereld geen overeenstemming over welk nummer bijvoorbeeld de maandag moet krijgen: 1 zoals in Europa gebruikelijk is of moet het 2 zijn (een nieuwe week begint op zondag)?
Aan de functie Weekdag moet dus altijd kenbaar worden gemaakt wat de eerste dag van de week is (als je dat niet meegeeft, dan wordt de standaard genomen en krijgt zondag volgnummer 1).
In cel N4 staat de formule =WEEKDAG(F4;KzWkDag)

Kalender3

Er wordt dus gezocht naar de weekdag, die hoort bij de datum in cel F4, waarbij als Type_getal de waarde 2 wordt meegegeven (maandag krijgt volgnummer 1).
Type_getal verwijst naar de cel met de naam KzWkDag (cel C3). Via Gegevensvalidatie kunnen daar alleen de voor deze functie toegestane waarden 1, 2, 3 en 11 t/m 17 ingevoerd worden.
Met VERT.ZOEKEN is in cel D3 te zien wat een bepaalde waarde inhoudt. Op het tabblad Parameters is de bron voor de Gegevensvalidatie en het verticaal zoeken te vinden in de kolommen B en C.

NB met een formule kunnen we dus het volgnummer van een weekdag afleiden, willen we echter een omschrijving dan wordt het iets ingewikkelder.
In cel Q4 staat een voorbeeld:
=KIEZEN(N4;”ma”;”di”;”wo”;”do”;”vr”;”za”;”zo”)
Let wel op: de volgorde van de dagen is afhankelijk van het Type_getal, dat in cel N4 is gebruikt!

Met opmaak is het niet mogelijk om in Excel het weeknummer te zien; wel is daar een functie voor. In het Voorbeeldbestand wordt die in kolom O gebruikt.
In cel O4 komt dan de formule =WEEKNUMMER(F4;KzWkNr)

Ook deze functie kent een 2e paramater (het Type_resultaat). Welke keuze hier gemaakt moet worden is nog iets ingewikkelder dan bij Weekdag. Want niet alleen is het van belang op welke dag een nieuwe week begint, ook moeten we aangeven wanneer we met weeknummer 1 beginnen.
Voor dat laatste onderscheidt Excel 2 systemen: bij Systeem 1 is Nieuwjaar het begin van week 1, bij Systeem 2 (het Europese systeem) begint week 1 met die week, waarin de eerste donderdag valt (en de week begint dan automatisch op maandag).

Om Systeem 2 te kiezen moet als 2e paramater voor Weeknummer het getal 21 meegegeven worden.

Opmaak in Access

Net als in Excel kunnen we in Access de datum “in stukken knippen” door een opmaak daaraan mee te geven.
In een query, die gebaseerd is op een tabel met een veld Datum, kunnen we bijvoorbeeld een nieuw veld toevoegen (met de naam JrF) om het jaar af te leiden:
JrF: Format([datum];”yyyy”)

LET OP Access verwacht Engelse functienamen en ook de Engelse afkorting voor het jaar.

We kunnen ook minder letters aan de functie meegeven, maar het resultaat is soms iets anders dan in Excel:
y: dit levert het volgnummer van de dag in het jaar
yy: het jaar in 2 cijfers
yyy: het jaar in 2 cijfers en direct daarachter het volgnummer van de dag in het jaar (dus een combinatie van yy en y)

Voor het maandnummer kan een vergelijkbare formule gebruikt worden:
MndF: Format([datum];”m”)
mm: het maandnummer altijd in 2 cijfers
mmm: de afkorting voor de maand (bijvoorbeeld jan)
mmmm: een volledige maand-aanduiding (bijvoorbeeld januari)

Voor de dag van de maand gebruiken we dan:
DagF: Format([datum];”d”)
dd: het dagnummer altijd in 2 cijfers
ddd: de afkorting voor de dag van de week (bijvoorbeeld ma)
dddd: een volledige dag-aanduiding (bijvoorbeeld maandag)

Binnen Access is het op deze manier ook mogelijk om het kwartaalnummer automatisch te genereren:
KwF: Format([datum];”q”)

Ook kunnen we de w als parameter gebruiken, maar ook nu dienen we nog extra parameters mee te geven:
WkF: Format([datum];”w”;2)
Deze formule levert het volgnummer van de dag in de week op. Maar net als in Excel moeten we dan wel opgeven op welke dag een nieuwe week begint. Geven we als 3e parameter een 0 (nul) mee, dan worden systeeminstellingen gebruikt, 1 dan begint de week op zondag etc.

Als laatste nog:
Wk2F: Format([datum];”ww”;2;2)
Dit levert het weeknummer in het jaar; net als in Excel is het wel van belang welk systeem daarbij gebruikt moet worden.
Als de 4e parameter 0 (nul) is dan worden de systeeminstellingen gebruikt, 1 dan begint de eerste week op Nieuwjaar, 2 dan is de eerste week afhankelijk van de eerste donderdag en 3 dan is de eerste week die week, die volledig in het nieuwe jaar ligt.

LET OP de functie Format retourneert een tekst; wil je rekenen met de uitkomst hiervan neem dan de waarde van het resultaat: Val(Format([datum];”d”))

Datum-formules in Access

Willen we direct rekenen met de dagen, maanden, weken etc (zonder gebruik te maken van de Val-functie) dan kent Access nog de functie DatePart.

Als we bijvoorbeeld in een query als veld opgeven
JrNr: DatePart([datum];”yyyy”)
dan resulteert dit in een getal met 4 cijfers, dat het jaar aangeeft.

Alle instellingen, die hiervoor bij Access-opmaak zijn toegelicht, zijn hier toepasbaar.
Dus bijvoorbeeld DatePart([datum];”ww”;1;2) levert het weeknummer (als getal) op, waarbij een week begint op zondag en de eerste donderdag bepalend is voor de weeknummer 1.