Tagarchief: eigen functie

Grenzen aan de groei – 2


LET OP: na het downloaden de extensie wijzigen in xlsb


In het vorige artikel (Grenzen aan de groei – 1) hebben we beloofd dat we een poging zouden wagen om het model uit het rapport van de Club van Rome in Excel te implementeren, althans een vereenvoudigde versie daarvan.
In dat artikel is te lezen hoe we dat zouden willen doen en aan de hand van wat vingeroefeningen hebben we laten zien dat het (in theorie) mogelijk zou moeten zijn.

Die laatste conclusie staat nog steeds, maar helaas hebben we wel moeten constateren dat de hoeveelheid verbanden tussen de diverse variabelen en de daarbij behorende parameters zo groot is dat een totale implementatie heel erg veel tijd gaat kosten. Dus deze keer vormt het Voorbeeldbestand geen afgerond project.
In dit artikel zullen we laten zien hoe ver we gekomen zijn en welke Excel-opties daarbij zijn gebruikt.

Voor eenieder de uitdaging om de ‘handdoek in de ring’ weer op te rapen en het model verder uit te werken!

Nogmaals: het model

(zie het tabblad SystemDynamics van het Voorbeeldbestand)

Dit is een schematische weergave van het (vereenvoudigde) ‘Club van Rome’-model; voor nadere uitleg zie het vorige artikel.

Belangrijk om te weten is het volgende:

  1. de pijlen geven aan welke relaties er tussen de variabelen zijn onderkend
  2. de pijlen laten zien in ‘welke richting’ de beïnvloeding loopt
  3. we onderkennen in het model 3 soorten variabelen: de Inputs, de Kritische Factoren en de Tussen-variabelen.
    De Input-variabelen worden niet beïnvloed door de omgeving, maar kunnen wel in de loop van de jaren variëren.
    De KF’s zijn die 5 variabelen die in alle grafieken van het rapport terugkomen.
    Alle overige vallen onder de categorie Tussen-variabelen.
  4. het rapport van de Club van Rome is in 1972 gepubliceerd; waar in dit artikel naar het verleden wordt verwezen bedoelen we dan ook de periode van 1900 tot en met 1970.
  5. voor diverse variabelen is in de literatuur (zie het tabblad Docu van het Voorbeeldbestand) te achterhalen wat de waardes in het verleden zijn geweest. Dit is de eerste basis van de implementatie van het model.
  6. bij de verdere implementatie heeft iedere variabele een eigen tabblad gekregen (behalve de Inputs; zie hierna). Alle aannames voor de berekening van een variabele staan in het betreffende tabblad vermeld. Vaak is daar ook een grafiek opgenomen van die variabele om snel het resultaat van de aannames te controleren.
Tabblad T15

Implementatie

Tabblad Beschr

In dit tabblad van het Voorbeeldbestand staat een overzicht van alle gebruikte variabelen met daarbij (zover al uitgezocht) de meest relevante berekening:

De betekenis van de Code en de Naam moge duidelijk zijn; de kolom Schema bevat de tekst zoals die op het tabblad SystemDynamics wordt gebruikt. In de kolom Omschrijving staat in het kort een nadere toelichting op de variabele en de laatste kolom bevat de (belangrijkste) formule voor de berekening van die variabele.

NB de codes onder de 10 voor de Tussenvariabelen hebben een extra 0 gekregen; dit om bij standaard-sorteringen altijd direct de juiste volgorde te hebben (anders zou bijvoorbeeld T10 vóór T2 komen).

Tabblad Inputs

Dit tabblad bevat de gegevens van de 4 Input-variabelen. Deze vormen samen de Excel-tabel tblInputs.

Op dit moment zijn alleen de I3 en I4 gevuld en per kolom hebben alle jaren dezelfde waarde. De juiste interpretatie van deze variabelen vergt nog onderzoek.

De KF-tabbladen

Zoals gezegd hebben alle KF’s (en ook de Tussen-variabelen) een eigen tabblad. Deze bladen hebben allemaal dezelfde structuur: de eerste kolom bevat de jaren en de tweede kolom de daarbij behorende waarde. Samen vormen deze 2 kolommen een Excel-tabel met een overeenkomende naam (in bovenstaand voorbeeld tblKF1).

NB de waarde-kolom heeft een voorwaardelijke opmaak: wanneer een cel een formule bevat dan wordt de inhoud in het groen, vet en cursief weergegeven.

In de volgende kolommen staat altijd de code en naam van de variabele, eventueel gebruikte bronnen en de diverse aannames.
De rest van het tabblad wordt gebruikt om zo nodig extra berekeningen uit te voeren, de aannames toe te lichten etcetera.

NB bij KF5 wordt een zogenaamde Eigen functie gebruikt (zie voor een toelichting het vorige artikel, Vingeroefening 2).

De T-tabbladen

Zoals aangegeven hebben deze tabbladen dezelfde structuur als de KF’s. In het voorbeeld hierboven is te zien dat voor T12 een formule wordt gebruikt, waarbij de gevoeligheid (GF) voor de invloed van een variabele kan worden ingesteld. Daarnaast kan aangegeven worden of de beïnvloeding een vertraging V kent en of er over een periode P gemiddeld moet worden (zie het artikel Grenzen aan de groei – 1).

LET OP in dat artikel hebben we, bij het gebruik van een periode, een rekenkundig gemiddelde gebruikt. Dat is, theoretisch gezien, niet juist. Hoewel dat in dit model, bij niet te grote ontwikkelingen in de tijd, niet echt relevant is, hebben we toch de betere methode gehanteerd waarbij het gemiddelde wordt bepaald met behulp van de Pde-machts wortel (ofwel tot de macht 1/P).

Resultaten

In principe zijn de resultaten van het model bekend als alle tabbladen zijn gevuld met waardes en formules. Door ’te spelen’ met de aannames, en vooral met de eventuele GF-, V– en P-waardes kan het model gefinetuned worden.

We zijn gestart met de onderkant van het model, het gedeelte rond de Industriële productie. De bovenkant is op de uitkomsten daarvan gebaseerd. Het implementeren van deze onderkant heeft heel wat hoofdbrekens gekost (wat is de betekenis van de variabelen, hoe zijn deze variabelen van elkaar afhankelijk, hoe kunnen we de afhankelijkheid modelleren, welke GF-, V– en P-waardes geven een zo getrouw mogelijk beeld van de werkelijkheid etcetera).

Door tijdgebrek moet G-Info het verder vullen van het model dan ook aan anderen overlaten.

Wel zullen we hieronder nog laten zien op welke manier de resultaten in Excel gemakkelijk kunnen worden weergegeven.

Tabblad Variabelen

Op dit tabblad in het Voorbeeldbestand staan de 25 variabelen van het model nogmaals in een overzicht. Maar ditmaal met aanvullende gegevens, waarmee we de lay-out van de output kunnen sturen:

  1. in de eerste kolom staat aangegeven welk soort variabele het betreft: Input, KF of Tussen
  2. de tweede kolom geeft aan of de betreffende variabele in de standaard-grafieken van het rapport van de Club van Rome is opgenomen
  3. in dat rapport wordt een variabele altijd op dezelfde (onzichtbare) schaal weergegeven. Dat kunnen we nabootsen door aan te geven welke waarde van de variabele overeenkomt met de onderkant van het grafiekgebied (de kolom GrafMin) en welke waarde met de bovenkant (GrafMax)
  4. in de laatste kolom staat een formule waarmee het label bij de betreffende lijn in de grafiek wordt bepaald. Standaard is het een combinatie van de 3e en 4e kolom, gescheiden door een ‘harde return’:

Dit overzicht is een Excel-tabel met de naam tblVar.

Query’s en verbindingen

Alle resultaten moeten nu nog geschaald worden. Dit kan uiteraard op de diverse tabbladen zelf door extra kolommen toe te voegen, maar we hebben er voor gekozen om dit met behulp van Power Query te implementeren.

NB1 Ziet u de Excel-verbindingen aan de rechterkant van het scherm niet, kies dan in de menutab Gegevens de optie Query’s en verbindingen.

Voor alle Excel-tabellen is een verbinding gemaakt. Wil je bekijken hoe die er uit ziet? Klik rechts op een verbinding en kies de optie Bewerken (of dubbel-klik op een query-naam).

NB2 de Input-query’s zijn iets ingewikkelder omdat daar één specifieke kolom uit de input-tabel moet worden opgehaald.

Bij het bewaren van de query’s is de optie Alleen verbinding maken gekozen en is de optie Toevoegen aan gegevensmodel aangevinkt.
Die laatste optie zorgt er voor dat de query’s in het gegevensmodel van deze Excel-sheet worden opgeslagen.

Het gegevensmodel bevat nog één extra query, q_GrafData. Deze combineert alle andere verbindingen tot één database. Deze database vormt de basis voor een draaitabel en een daarbij behorende grafiek.
Ook deze query is opgeslagen met de eigenschappen Alleen verbinding en Toevoegen aan gegevensmodel.

Bekijk de query door dubbelklikken op de naam.

Tabblad GrafData

Op het tabblad GrafData van het Voorbeeldbestand staat een draaitabel, gebaseerd op de query q_GrafData. Hoe genereer je zo’n draaitabel?

  1. selecteer een lege cel, waar de draaitabel moet komen
  2. kies in de menutab Invoegen in het blok Tabellen de optie Draaitabel
  3. in het pop-up scherm ziet u dat Excel het gegevensmodel zal gaan gebruiken:
  4. klik op het driehoekje vóór de gewenste query uit het gegevensmodel en sleep de benodigde velden naar de juiste plaats:

In het voorbeeld hebben we ook 3 slicers toegevoegd waarmee het maken van keuzes vergemakkelijkt wordt. Hierboven hebben we met een klik op Ja in de eerste slicer alleen die variabelen geselecteerd, die ook in het rapport van de Club van Rome in de standaard-grafieken voorkomen.

LET OP als er iets aan de parameters van het model wordt gewijzigd dan worden de gegevens op het betreffende tabblad direct gewijzigd. Ook resultaten van formules op andere tabbladen kunnen daardoor wijzigen. De query’s en de draaitabel wijzigen niet automatisch mee! Alles zal vernieuwd moeten worden.
Op het tabblad GrafData wordt met één klik op de betreffende button een VBA-routine gestart die deze totale verversing van het Excel-systeem voor zijn rekening neemt. Dit kan wel enkele minuten duren!

Tabblad Grafiek

Het tabblad Grafiek van het Voorbeeldbestand bevat een draaitabelgrafiek. Dit is de grafische weergave van de gegevens van de draaitabel van het tabblad GrafData. Dus: ook keuzes gemaakt met de slicers worden in deze grafiek meegenomen.

Duidelijk is te zien dat de implementatie van het model nog lang niet klaar is. De industriële productie en de hulpbronnen geven bijvoorbeeld wel al een verwacht verloop, terwijl de blijvende toename van de bevolking of voedsel per hoofd niet reëel is.
Het model in het Voorbeeldbestand is dan ook nog maar voor een klein gedeelte geïmplementeerd. Zoals gezegd: tijdgebrek noopt ons om de rest aan andere Excel-liefhebbers over te laten.


Power Query en het Web 2



In het vorige artikel had ik aangegeven dat ik zou beschrijven hoe je gegevens die over meerdere internet-pagina’s zijn verspreid toch met Power Query in één keer kunt overhalen naar Excel.

Belofte maakt schuld ….

Basis

Allereerst een disclaimer: je kunt (natuurlijk) alleen maar gegevens van meerdere pagina’s combineren, wanneer die pagina’s qua structuur op elkaar lijken.

We nemen als voorbeeld de pagina Tips & trucs van G-Info.

Daar staan alle artikelen die in de loop van de jaren zijn gepubliceerd; tenminste het eerste gedeelte van die artikelen.
Om het overzichtelijk te houden vind je daar de artikelen in blokken van 5.
Kies je oudere artikelen dan zie je in de adresbalk van je browser: www.ginfo.nl/tips-trucs/page/2/, waarbij het paginanummer gaat oplopen.
NB gelukkig kunnen we ook op dezelfde manier de eerste pagina ophalen: www.ginfo.nl/tips-trucs/page/1/

We gaan de gegevens van de eerste pagina binnenhalen in Excel:

  1. Analyseer de internetpagina via de optie Inspecteren zoals in het vorige artikel uitgelegd.
  2. Kies in de menutab Gegevens in het blok Gegevensophalen en transponeren de optie Van het web en geef als URL in: ginfo.nl/tips-trucs/
  3. Klik in de Navigator op Document en kies Bewerken.
  4. Klik 2x op Table en dan op de Table achter Body.
  5. Dan 4x op Table achter de (eerste) DIV

  6. Nu we op het niveau van de artikelen zijn gekomen kiezen we Uitvouwen achter Children.
    LET OP zorg dat je bij het uitvouwen alleen de kolommen Children en Text meeneemt
  7. Kies nog 3x Uitvouwen met als resultaat:
  8. Selecteer de kolommen Text.4 en Text.3 en kies op de menutab Transformeren de optie Kolommen samenvoegen. Geef de nieuwe kolom de naam Artikel.
  9. Verwijder alle rijen, die we niet nodig hebben door er rechts op te klikken:
  10. Verwijder alle overbodige kolommen, geef de query de naam q_Tips1 en kies in de menutab Startpagina de optie Sluiten en laden.

Dat is al gelukt (zie het tabblad Tips1 van het voorbeeldbestand): we hebben de belangrijkste gegevens van de internetpagina in Excel.
Maar het zou mooier zijn als de kop van het artikel en de inhoud naast elkaar zou staan.

Van rijen naar kolommen

De methode die we hiervoor gaan gebruiken is een alternatief voor die uit het vorige artikel:

  1. Dubbelklik op de query q_Tips1.
  2. Kies in de menutab Kolom toevoegen de optie Indexkolom en direct daarna binnen Standaard de optie Delen (geheel getal) .
    Vul in het tussenscherm de waarde 2 in en geef de nieuwe kolom de naam Rij.
  3. Met de kolom Index geselecteerd, kies opnieuw Standaard, maar dan de optie Modulo; zorg dat door 2 gedeeld wordt.
    Geef deze kolom de naam Kolom.
    NB Met Modulo wordt de rest berekend van een deling.
  4. Verwijder de kolom Index.
  5. Selecteer de kolom Kolom, kies in de menutab Transformeren de optie Draaikolom en vul het vervolgscherm als volgt in:
  6. Verwijder de kolom met de naam Rij en wijzig de 2 overblijvende kolomnamen in Naam en Inhoud. Kies de optie Sluiten en laden (zie het tabblad Tips2 van het voorbeeldbestand).

NB pas wel even de cel-eigenschappen van de tabel aan: kies Terugloop bij de Tekstopties en de optie Boven bij Verticaal.

Query als functie gebruiken

De query, q_Tips2, die we hiervoor hebben gemaakt, willen we nu voor verschillende internetpagina’s van G-Info gebruiken. Hij moet zich dus als een functie gedragen, waar we door middel van een parameter kunnen aangeven, welke pagina moet worden opgehaald:

  1. Kies in de menutab Gegevens in het blok Gegevens ophalen de optie Power Query-editor starten.
  2. Selecteer aan de linkerkant de query q_Tips2 en kies de optie Geavanceerde editor in de menutab Startpagina.
  1. Kopieer alle stappen van deze query; kies Annuleren.
  2. Klik met de rechter muisknop in de linkerkolom en voeg een Lege query toe:
  3. Ga weer naar de Geavanceerde editor en plak de gekopieerde stappen uit punt 2.
  4. Voeg vooraan een regel toe:
    let AllePaginas=(PagNr) =>
  5. Wijzig de Bron-stap in:
    Bron = Web.Page(Web.Contents(“ginfo.nl/tips-trucs/page/”&Number.ToText(PagNr))),
  6. Voeg nog een laatste regel toe:
    in AllePaginas
  7. Klik op Gereed. Test de functie door als parameter een 1, 2 etc in te tikken en dan Aanroepen te kiezen.
  8. Geef de functie de naam fAllePags en kies de optie Sluiten en laden.

Functie gebruiken

De functie die we net gemaakt hebben gaan we gebruiken om met behulp van Power Query alle tips van G-Info tegelijkertijd op te halen:

  1. Allereerst moeten we aangeven welke paginanummers we willen importeren. We leggen dat in een Excel-tabel vast (met de naam tblPagNrs; zie het tabblad AlleTips van het voorbeeldbestand)
  1. Klik ergens in die tabel en kies in de menutab Gegevens in het blok Gegevens ophalen en transformeren de optie Van tabel/bereik.
  2. Kies in de menutab Startpagina de optie Kolom splitsen/Op scheidingsteken en vul het scherm als volgt in:

    NB we splitsen in 50 kolommen zodat bij uitbreiding van het aantal tips-pagina’s de routine goed blijft werken.
  3. Kies in de menutab Transformeren de optie Transponeren.
  4. Filter nu de lege rijen uit (rechtsklikken op een lege cel).
  5. Wijzig de kolomnaam in Pagina.
  6. Kies in de menutab Kolom toevoegen de optie Aangepaste functie aanroepen. Kies in het vervolgscherm bij Functiequery onze hiervoor gecreëerde functie; de rest van de opties zijn oké:

    LET OP de routine gaat nu de gegevens van alle pagina’s ophalen; dat kost even wat tijd!
  7. Vouw de kolom fAllePags uit.
  8. Verwijder de kolom Pagina.
  9. Geef de query de naam q_AlleTips en kies Sluiten en laden naar.

Helaas, we hebben bij het maken van de tips-query iets over het hoofd gezien: als er reacties zijn op een artikel dan ‘raakt het systeem in de war’ (zie het tabblad AlleTips van het voorbeeldbestand).

Ook staat er ergens nog zoiets als Een reactie tot dusver.
Bij het filteren van regels moeten we ook de reacties weglaten:

  1. Kies in de menutab Gegevens in het blok Gegevens ophalen de optie Power Query-editor starten.
  2. Klik rechts op de functie fAllePags en kies Dupliceren; wijzig de naam van de nieuwe functie in fAllePags2.
  3. Kies de optie Geavanceerde editor.
  4. Voeg als volgt na gefilterd4 2 stappen toe en wijzig de stap daarna:
    #”Rijen gefilterd4″ = Table.SelectRows(#”Rijen gefilterd3″, each [Name] <> “nav”),
    #”Rijen gefilterd5″ = Table.SelectRows(#”Rijen gefilterd4″, each not Text.Contains([Artikel], ” reactie tot dusver”)),
    #”Rijen gefilterd6″ = Table.SelectRows(#”Rijen gefilterd5″, each not Text.Contains([Artikel], ” reacties bekijken”)),

    #”Andere kolommen verwijderd” = Table.SelectColumns(#”Rijen gefilterd6“,{“Artikel”}),
  5. Klik op Gereed.
  6. Test de nieuwe functie door deze aan te roepen met als parameter bijvoorbeeld 3.
  7. Kies de optie Sluiten en laden.

NB Door de paginanummers op het tabblad AlleTips2 van het voorbeeldbestand te wijzigen en de tabel daaronder te Vernieuwen kun je het overzicht aanpassen aan je wensen.


Verder zoeken 2



Er zijn op deze site al heel wat artikelen verschenen over het zoeken in Excel. Een artikel in november 2017 heeft de naam Verder-zoeken en gaat over het zoeken in niet-unieke items.

Onlangs kreeg ik een vraag van Dean, die in het verlengde van dat artikel ligt: om de rapportvoorbereidingen op een school beter te kunnen doen, zou het handig zijn om per leerling niet alleen gemiddeldes over onderdelen uit te rekenen, maar ook de maximum behaalde score en te zien voor welk onderdeel dit maximum is behaald. Dit laatste leverde hoofdbrekens op: uiteraard kan dat maximum bij meer dan één onderdeel voorkomen.
Met behulp van enkele hulpkolommen kwamen we snel tot een werkbare oplossing.

Maar: het zou natuurlijk veel mooier zijn, als dit met behulp van een Excel-functie zou kunnen. Helaas deze bestaat (nog) niet, dus tijd voor het bouwen van een Eigen functie in Visual Basic.

NB in de nieuwste versies van Excel bestaat de functie X.ZOEKEN. Ook al is deze functie veel flexibeler dan het bestaande VERT.ZOEKEN, maar ook deze functie levert altijd slechts maar één resultaat op.

Probleem

Dean had een mooie werkmap in elkaar gezet, waarbij uiteindelijk op een tabblad een cijfer-overzicht werd gegenereerd.

In het overzicht op het tabblad Rapport van het Voorbeeldbestand heb ik wat Voorwaardelijke opmaak toegevoegd om snel inzicht te krijgen in de spreiding van de resultaten.
Het bepalen van het gemiddelde per leerling of onderdeel leverde geen probleem op; ook het bepalen van de hoogste score niet. Maar wel: bij welk onderdeel (of leerling) komt dit maximum voor?

Oplossing 1

Dean was er al snel achter gekomen dat hij met de standaardfuncties HOR.ZOEKEN en VERT.ZOEKEN niet veel verder kwam. Maar zoeken op www.ginfo.nl leverde het begin van een oplossing in de vorm van de combinatie Index-Vergelijken.

In cel J3 staat de formule:
=INDEX($C$2:$G$2;VERGELIJKEN(I3;C3:G3;0))
De functie Index levert die waarde uit het bereik C2:G2, waarvan het volgnummer gelijk is aan het resultaat van de functie Vergelijken.
Deze laatste functie ‘kijkt’ op welke plaats de waarde uit cel I3 in het bereik C3:G3 staat; de derde parameter (0, nul) geeft aan dat er een exacte vergelijking moet worden uitgevoerd.

NB1 op een vergelijkbare manier wordt in cel C15 bekeken welke leerling de hoogste score op het eerste onderdeel heeft gehaald.

NB2 moeite om te onthouden hoe de combinatie van deze functies moet worden ingevoerd? Gebruik de avz-truc uit het artikel Zoeken: Index en vergelijken.

Helaas bij leerling 9 gaat dat fout: de maximale score 7,7 komt 2 keer voor maar de formule laat alleen Item 2 zien.

Oplossing 2

Gelukkig: de functie ZoekWaarde levert wel het gewenste resultaat!
Maar … deze functie is niet terug te vinden in de gereedschapskist van Excel. Dit is een zogenaamde Eigen functie (in het Engels UDF, User Defined Function). Hoe je deze in je spreadsheets kunt implementeren, zal ik hierna uitleggen.

De functie ziet er als volgt uit:

Deze functie kent 3 parameters (Waarde, Waarzoeken en Resultaat); de functie kijkt waar de Waarde in het bereik Waarzoeken voorkomt en levert de overeenkomende waarde uit het bereik Resultaat. Komt de Waarde vaker dan één keer voor dan worden de resultaten gescheiden door een /.

De functie kan op dezelfde manier in een Excel-cel ingevoerd worden als iedere andere (standaard-)functie. Weet je niet welke parameters er in welke volgorde nodig zijn, ga dan als volgt te werk:

  1. plaats de cursor in de cel waar de formule moet komen
  2. tik in =zoekwaarde(
    Of tik het eerste gedeelte in en klik dubbel op de functie in het lijstje dat automatisch tevoorschijn komt:
  3. klik op denet voor de formulebalk
  4. vul in de pop-up de parameters (argumenten) in:

NB voor Eigen functies is geen Help beschikbaar; zorg dat de namen van de parameters aangeven wat de bedoeling is (dus niet Bereik1, Bereik2 of iets dergelijks)

In het tabblad Rapport van het Voorbeeldbestand is deze functie gebruikt in kolom K en rij 16 met het gewenste resultaat.

NB zoals uit de formules in kolom L en rij 17 blijkt, is het voor deze functie niet nodig dat het hele resultaat-bereik wordt opgegeven; de begincel is voldoende.

In het tabblad Rap2 van het Voorbeeldbestand is te zien, dat wanneer de rapportcijfers gehele getallen zijn, het probleem van meervoudige resultaten nog veel vaker zal voorkomen.

NB de functie kent geen enkele fout-detectie; in de praktijk hoeft dit bij het (met verstand) toepassen geen probleem te zijn. In regel 19 staan de resultaten van ‘vreemd’ gebruik van de functie.

Oplossing 3

De hiervoor geschetste oplossing lijkt veel op de Index-Vergelijken-oplossing met dat verschil, dat meervoudige resultaten mogelijk zijn.
Om ook het probleem van foutdetectie aan te pakken (en de functie wat flexibeler te maken) bevat het Voorbeeldbestand nog een andere Eigen functie; deze heeft 4 parameters waarvan de laatste optioneel is (hoeft dus niet ingevoerd te worden; in dat geval zal Excel bij deze functie “/” gebruiken): IndexVergelijken(Result_matrix, Zoekwaarde, Zoeken_matrix, Optional Scheiding As String = “/”)

Na de declaratie van de functie (Public is de standaardinstelling; maak je de functie Private dan zul je bij het invoeren niet meer uit de lijst kunnen kiezen en is het niet mogelijk om het Functieargumenten-scherm op te roepen) staan diverse commentaar-regels, die uitleg geven over de functie en de randvoorwaarden.
Daarna volgen 3 regels waarin variabelen, die binnen de functie gebruikt worden, worden gedeclareerd (Boolean variabelen kunnen alleen de waarden False en True bevatten; variabelen van het type Long kunnen grote gehele getallen weergeven).
In het volgende gedeelte worden diverse testen uitgevoerd op de ingevoerde parameters. Als een test de waarde Waar/True oplevert, wordt een foutmelding als resultaat van de functie doorgegeven en stopt de verdere verwerking (Exit Function).

In het 2e gedeelte vindt de daadwerkelijke verwerking van de parameters plaats.
Eerste krijgen de 2 booleans een waarde.
Dan lopen we met 2 geneste For-Nextloops door alle cellen van de rijen en kolommen van Zoeken_matrix (door bovenstaande controles kan het maar 1 kolom of 1 rij zijn).
Als de Zoekwaarde in een cel voorkomt wordt de overeenkomende waarde uit de Result-matrix aan het resultaat van de functie toegevoegd, inclusief de standaard- of de in de 4e parameter opgegeven scheidingstekst. Als het zoek- en resultaat-gebied gelijk zijn wordt de betreffende rij of kolom als resultaat doorgegeven.
Als na de For-Next-loops blijkt dat er minstens één resultaat is gevonden wordt de laatste scheidingstekst verwijderd (Len bepaalt de lengte van een tekst). Als er geen enkel resultaat is gevonden, wordt als resultaat van de eigen functie de foutcode xlErrNA teruggegeven; in de Nederlandstalige versie van Excel krijg je dan de standaard-foutmelding #N/B.

In het tabblad Rap3 van het Voorbeeldbestand staan diverse voorbeelden van het gebruik van deze eigen functie IndexVergelijken.

NB1 omdat deze eigen functie heel veel lijkt op het gebruik van de combinatie Index-Vergelijken heb ik ook de volgorde van de parameters aangehouden, zoals ze daarbij worden ingevoerd.
De werking van de functie verandert niet, als de eerste regel wordt gewijzigd in het meer logische
Public Function IndexVergelijken(Zoekwaarde, Zoeken_matrix, Result_matrix, Optional Scheiding As String = “/”)

NB2 optionele parameters moeten altijd achteraan komen.

Extra voorbeelden 1

Hiernaast staat een afdelingsoverzicht met bijbehorende persoon; aan iedere persoon is een waarde toegekend (zie de Excel-tabel tblAfdPers in het tabblad Ovz1 in het Voorbeeldbestand).

Wil je weten bij welke afdeling of persoon een bepaalde waarde hoort, dan kun je geen gebruik maken van VERT.ZOEKEN (deze functie kan niet ‘naar links kijken’).

De combinatie Index en Vergelijken ligt hier meer voor de hand. Deze formule voldoet als je zeker weet dat de waardes uniek zijn. In dit geval lijkt dat zo, maar …

Het is veiliger om de nieuwe functie IndexVergelijken() te gebruiken:

De waarde 21 komt bij 2 afdelingen voor, telkens bij de persoon P1.
In cel I10 is met deze functie een persoonsoverzicht gemaakt voor Afd3, terwijl in cel I13 te zien is in welke afdelingen P4 voor komt.

Extra voorbeelden 2

Op het tabblad Ovz2 van het Voorbeeldbestand staan voorbeelden van het zoeken in een draaitabel met de functie IndexVergelijken().

Cel D19 bevat het resultaat van de functie wanneer de zoek- en resultaat-matrix gelijk zijn.

Implementatie van een Eigen functie

Er zijn ruwweg 2 methodes: koppel de functie aan de werkmap waar je hem nodig hebt (net als in het Voorbeeldbestand) of zorg er voor, dat de functie in iedere werkmap beschikbaar is. De functie moet dan opgenomen worden in een zogenaamde persoonlijke macro-werkmap (PERSONAL.XLSB). Helaas kent deze methode nogal wat haken en ogen. We gaan daar hier niet verder op in. Misschien een idee voor een apart artikel?

Visual Basic Editor

In allebei de gevallen hebben we de Visual Basic Editor nodig. Er zijn verschillende mogelijkheden om die te openen:

  1. druk op de toetscombinatie Alt-F11
  2. klik rechts op één van de tabs van de werkbladen onderaan (in het Voorbeeldbestand bijvoorbeeld op de tab Rapport) en kies de optie Programmacode weergeven
  1. klik in de menutab Ontwikkelaars in het blok Programmacode op de optie Visual Basic
    NB staat de menutab Ontwikkelaars niet in het ‘lint’, klik dan rechts op één van de menutabs, kies de optie Het lint aanpassen en zorg dat in het rechterblok de optie Ontwikkelaars is aangevinkt.

In aparte werkmap opnemen
  1. maak of open het bestand waar de eigen functie gebruikt zal gaan worden (in dit voorbeeld Map1).
    Open ook het Voorbeeldbestand.
  2. open de Visual Basic Editor. Linksboven (tenminste in de standaardinstelling van VBA) staat de project-verkenner, waar alle geopende Excel-projecten/werkmappen weergegeven worden.
  3. wanneer het nieuwe project geen modules heeft (zoals hiernaast Map1), zorg dan dat dit project is geselecteerd en kies Invoegen/Module
  1. dubbel-klik op Module1 van het project Meervoudig zoeken. Selecteer de hele functie IndexVergelijken (vanaf Public tot en met End Function) en kopieer (bijvoorbeeld door Ctrl-C)
  2. dubbel-klik op Module1 van het project waar de functie gebruikt zal gaan worden (hier dus Map1) en plak de eigen functie (Ctrl-V)
  3. sluit VBA af via Alt-Q of Bestand/Sluiten en terugkeren
  4. de eigen functie is nu te gebruiken in de nieuwe werkmap.

LET OP wanneer het bestand bewaard wordt moet je er wel voor zorgen dat je deze opslaat als werkblad met macro’s (dus extensie xlsm) of als binair (met de extensie xlsb).


Formules, Namen, Eigen functies



De grote kracht van Excel (en ieder ander spreadsheet-programma) is dat je gebruik kunt maken van allerlei formules. Of het nu berekeningen zijn of logische constructies (bijvoorbeeld met behulp van de ALS-functie) of combinaties hiervan: ieder spreadsheet wordt met formules ‘aan elkaar geknoopt’.

Bij de opbouw van formules is het zeer aan te raden om Namen te gebruiken in plaats van cel-verwijzingen als C4 of bereik-aanduidingen als F5:F20. De leesbaarheid van formules gaat daarmee met sprongen vooruit.

In dit artikel daarom (nogmaals) aandacht voor het maken en gebruik van Namen. Ook het opslaan van formules in een Naam komt aan bod. Maar ik zal ook laten zien dat het gebruik van Eigen functies (met behulp van VBA) veel flexibeler is.

Namen definieren

Een naam vastleggen in Excel kan op diverse manieren:

  1. de eerste is een rechtstreekse handmatige invoer (zie tabblad VB1 in het Voorbeeldbestand): selecteer een cel (in dit voorbeeld C2), klik in het Naamvak, links van de Formulebalk, en tik de gewenste naam in (hier dus Korting1) en druk op Enter.
    LET OP een naam mag geen spaties bevatten en geen celverwijzing voorstellen zoals A1 of EXP10. Het is ook af te raden om bestaande functienamen in te voeren (zoals Som); dit is voor Excel geen echt probleem maar voor de gebruiker van het spreadsheet kan het zeer verwarrend zijn.
    NB1 gebruikelijk is om op de plaats waar je een spatie zou willen zetten het _-teken te plaatsen (de underscore; bijvoorbeeld Korting_1) of het tweede gedeelte met een hoofdletter te laten beginnen (bijvoorbeeld KortPerc).
    NB2 worden er meerdere cellen tegelijkertijd geselecteerd, dan krijgt het totale bereik de ingevoerde naam; de afzonderlijke cellen hebben dan geen naam.
  2. plaats een omschrijving links of boven de cel die een naam moet krijgen.
    Selecteer de omschrijving en de betreffende cel (in het voorbeeld B2:C2) en kies in de menutab Formules in het blok Gedefinieerde namen de optie Maken obv selectie.
    In het pop-up venster heeft Excel in dit geval al ‘gezien’ dat er links van de cel een omschrijving staat; deze zal als naam voor cel C2 worden gebruikt.
    NB1 als er spaties staan in de omschrijving dan vervangt Excel deze automatisch door een underscore.
    NB2 stelt de omschrijving een celverwijzing voor dan plaatst Excel een underscore achter de naam (Rij1 wordt dan Rij1_) .
    NB3 zijn er naast de omschrijving meerdere cellen geselecteerd dan krijgt het totale bereik van die cellen de tekst van de omschrijving als naam.
  3. selecteer de cel (of cellen) die een naam moet krijgen en kies in de menutab Formules in het blok Gedefinieerde namen de optie Naam definiëren.
    Voer een naam en eventueel een opmerking in. Controleer of de verwijzing klopt.
    Het Bereik voor een naam staat standaard op Werkmap; de naam kan overal gebruikt worden. In dit geval is deze korting alleen maar geldig op het tabblad Vb1, dus moet het bereik daaraan aangepast worden.
    NB klik je op het ‘vinkje’ achter het Naamvak, dan zie je alle namen die voor dit tabblad geldig zijn (inclusief de namen die voor de hele werkmap gelden).
  4. kies in de menutab Formules in het blok Gedefinieerde namen de optie Namen beheren en klik op de button Nieuw

NB wanneer op een van deze manieren een naam wordt ingevoerd zal Excel de verwijzing standaard ´absoluut´ maken; zie de $-tekens.

Namen beheren

Wil je kijken welke namen er in het Excel-bestand worden gebruikt en/of deze aanpassen kies dan in de menutab Formules in het blok Gedefinieerde namen de optie Namen beheren.

Hier is het mogelijk om een nieuwe naam toe te voegen of een bestaande te verwijderen.
Ook kan een naam bewerkt worden.

LET OP Bij bewerken kunnen de naam, opmerkingen en verwijzing aangepast worden, dus NIET het bereik. Wil je deze wijzigen dan moet je een nieuwe naam toevoegen met een ander bereik en de andere verwijderen.

Gebruik van Namen 1

In het tabblad Vb1 van het Voorbeeldbestand zijn netto-bedragen berekend met behulp van een zelf-gedefinieerde naam. In cel D7 staat de formule =C7*(1-Korting1).
Wanneer deze naar beneden gekopieerd wordt, wijzigt C7 automatisch in C8 etcetera. De korting is via de naam absoluut gedefinieerd en verwijst dus ook bij het kopiëren altijd naar cel C2.

Bij het invoeren van de formule laat Excel bij het intikken van de letters ko alle mogelijkheden zien, die voor dit tabblad gelden. De opties met ƒx zijn functies binnen Excel (standaard of eigen functies, zie hierna), de andere zijn namen.
Dubbelklik op de gewenste functie of naam of selecteer deze met de cursor en druk dan op de tab-toets.

Gebruik van Namen 2

Bij het definiëren van namen hoeft u zich niet te beperken tot cel-verwijzingen. Het is ook mogelijk om formules op te nemen.

Voor het tabblad Vb2 in het Voorbeeldbestand is voor de naam Kort2a als verwijzing de formule =1-Vb2!$C$2 ingevoerd. Dat houdt in dat de berekening van het netto-bedrag er dan iets anders kan uitzien:
het oorspronkelijke bedrag wordt vermenigvuldigd met Kort2a. Het mag duidelijk zijn dat vooral bij uitgebreide/complexe formules hierdoor het spreadsheet overzichtelijker blijft.

In kolom E staat een vergelijkbare formule, maar daar wordt gebruik gemaakt van Kort2b, die gedefinieerd is als =1-‘Vb2’!Korting2

LET OP wanneer binnen zo’n formule gebruik wordt gemaakt van een naam, die niet voor de hele werkmap geldig is, dan moet deze naam voorafgegaan worden door de naam van het tabblad, gevolgd door een !-teken. De aanhalingstekens zijn eigenlijk alleen maar nodig als de naam van het tabblad spaties bevat.

Gebruik van Namen 3

In het vorige voorbeeld is het kortingspercentage via een Naam omgezet in een kortingsfactor. Maar ook het netto-bedrag kan via zo’n constructie worden bepaald; zie het tabblad Vb3 in het Voorbeeldbestand.
Netto3a is gedefinieerd als
=’Vb3′!C7*(1-‘Vb3!Korting3)

LET OP C7 is relatief (zonder $-tekens) gedefinieerd. En dit geredeneerd vanuit cel D7. Dit betekent dat dezelfde naam Netto3a vanuit cel D8 verwijst naar cel C8. Selecteer maar eens een cel ergens in kolom D en kies dan Namen beheren. Of kies de optie Broncellen aanwijzen in het blok Formules controleren.

Maar wanneer we de naam Netto3a in een andere kolom plaatsen gaat het mis. Zie cel H21 in het tabblad Vb3. De naam Netto3a hanteert nu als bron de cellen uit kolom G.

Met de formule in Netto3b is dit opgelost: =’Vb3′!$C7*(1-!Korting3)
Dus de kolom is absoluut (altijd C), maar de rij relatief; zie cel H23.

NB de exacte locatie van de cel met de naam Korting3 is weggelaten; alleen het !-teken is voldoende. Een nadeel hiervan is dat Broncellen aanwijzen dan niet meer volledig is. In het Voorbeeldbestand is wel de naam van het tabblad opgenomen omdat Mac-gebruikers anders in de problemen komen.

In het tabblad Vb3 van het Voorbeeldbestand is nog een derde naam (Netto3c) opgenomen met als formule =’Vb3′!$C7:$C40*(1-!Korting3)

De werking is hetzelfde maar het voordeel is dat je nu het totaal van de netto-bedragen kunt bepalen met de formule =SOM(Netto3c). Deze formule moet wel ergens in rij 7 staan; zie het resultaat in de cellen H7 en H8.

LET OP Excel weet niet dat de inhoud van zo’n naam een formule is en zal het resultaat niet automatisch herbereken (bijvoorbeeld bij het wijzigen van het kortingspercentage). Daarom is de SOM nog aangevuld met +0*NU(); aangezien NU ieder moment van waarde verandert zal Excel de totale formule bij iedere wijziging van het spreadsheet wel opnieuw berekenen.

Gebruik van Namen 4

Wanneer gebruik wordt gemaakt van Excel-tabellen (en zoals we allemaal weten heeft dat grote voordelen) dan moet goed opgelet worden bij het definiëren van Namen.

In het tabblad Vb4 van het Voorbeeldbestand bestaat het systeem uit de tabel tblNetto. Binnen dat tabblad is de naam Netto4a gedefinieerd als =tblNetto[Bedrag]*(1-!Korting4)

De opzet van de formule is vergelijkbaar met de naam Netto3c. De werking is nu echter anders: in iedere rij komt nu hetzelfde resultaat, namelijk het nettobedrag dat hoort bij de eerste regel. De SOM-formule werkt wel goed en is nu onafhankelijk van de plaats.

Voor de juiste berekening in de tabel hebben we een andere naam nodig:
=’Vb4′!$C7*(1-!Korting4) of =tblNetto[@Bedrag]*(1-!Korting4)

NB de @ zorgt er voor dat met het bedrag in de betreffende regel wordt gerekend.

Eigen functie

Zoals hiervoor duidelijk mag zijn geworden kleven er aan het gebruik van formules in Namen wel nogal wat problemen of laten we zeggen aandachtspunten.
Wel is een voordeel van die systematiek dat beginnende gebruikers niet zomaar formules kunnen aanpassen.

Met een klein beetje VBA lossen we voorgaande aandachtspunten dat snel en vakkundig op:

  1. druk op Alt-F11 of kies de optie Visual Basic in het blok Programmacode van de menutab Ontwikkelaars
  2. zoek het betreffende project (in dit geval Formules.xlsm) en klik daarop
  3. als er nog geen Modules zijn, kies dan eerst Invoegen/Module
  4. dubbelklik op een module en plaats daar de volgende functie-definitie
    Function BerekenNetto(Bedr, KortPerc)
          BerekenNetto = Bedr * (1 – KortPerc)
    End Function
    De eigen functie BerekenNetto kent 2 parameters: een bedrag en een kortingspercentage. Het resultaat van de gewenste berekening wordt aan de functienaam gekoppeld.

In het tabblad Vb5 van het Voorbeeldbestand wordt deze eigen functie gebruikt. Omdat we binnen een Excel-tabel werken kunnen we weer naar de Bedrag-kolom wijzen (denk aan de @).

Maar de formule kan ook ergens anders in het tabblad staan, en wordt dan iets als =BerekenNetto(C7;Korting5)

Overzicht Namen

Zeker als er veel namen gebruikt worden in een Excel-systeem is het belangrijk om het systeem goed te documenteren.
Eén van de onderdelen van de documentatie moet een goede beschrijving van de verschillende Namen zijn (zie het tabblad Docu in het Voorbeeldbestand).

Gelukkig kunnen we een groot gedeelte automatisch laten genereren:

  1. selecteer een tabblad met één of meer geldige namen
  2. selecteer ergens een lege cel; zorg dat rechts en daaronder genoeg lege cellen zijn
  3. kies in de menutab Formules in het blok Gedefinieerde namen de optie Gebruiken in formule; in het vervolgscherm kiest u Namen plakken
  4. wanneer u dan op Lijst plakken klikt, wordt er een overzicht in het tabblad geplaatst
  5. kopieer de gegevens naar een documentatie-tabblad
  6. herhaal alle stappen voor ieder tabblad

NB alle namen die geldig zijn voor de hele werkmap komen dan meerdere keren voor; dus is er nog wat schoning vereist.


 

Teksten samenvoegen

Het is weer tijd voor het doen van aangifte voor de belastingen. Dan is het altijd handig om Excel achter de hand te hebben om bedragen op te tellen etc.
Maar wist u, dat Excel ook teksten kan ‘optellen’? Nou ja, beter gezegd samenvoegen.

Het komt in Excel nogal eens voor, dat de inhoud van verschillende cellen moet worden samengevoegd.
Zeker wanneer de gegevens uit een ander systeem of uit een Pdf-bestand worden overgenomen, komen bijvoorbeeld dubbele voor- en achternamen vaak in verschillende cellen terecht.

TEKST.SAMENVOEGEN

tekst samenvoegenIn het Voorbeeldbestand staat op het werkblad Namen een klein lijstje namen. Al snel is te zien dat de regels 4, 6 en 7 nog aanpassing nodig hebben.

Gelukkig heeft Excel een ingebouwde functie voor het samenvoegen van teksten: TEKST.SAMENVOEGEN (klinkt logisch, toch?).

Op basis van de geïmporteerde namen maken we als volgt een nieuw overzicht:

  1. iets onder het bestaande overzicht (in het voorbeeld in cel B10) verwijzen we naar de eerste cel van de kop door in te tikken  =B2
  2. deze formule kopiëren we één cel naar rechts en net zo vaak naar beneden als er regels zijn in het oorspronkelijke bestand. Gebruik hiervoor de vulgreep van cel B10; zie het artikel Doorvoeren en sorteren.
  3. de meeste cellen zijn natuurlijk meteen goed, maar bijvoorbeeld de tweede naam kan nog wel een aanpassing gebruiken. In de betreffende cel (in het voorbeeld B11) moeten de 2 voornamen gecombineerd worden: =TEKST.SAMENVOEGEN(B4;C4)
  4. het resultaat tekst samenvoegen is niet precies wat we willen; er moet nog een spatie tussen de 2 voornamen: =TEKST.SAMENVOEGEN(B4;” “;C4)
  5. deze formule kopiëren we naar alle cellen waar namen moeten worden samengevoegd (in het voorbeeld B13, B14 en C14)
  6. maar nu kloppen de achternamen van Marie Jose nog niet; de formule voegt de verkeerde cellen samen. Dit lossen we snel op:
    * selecteer de betreffende cel (in dit geval C13)
    * klik in de formulebalk of druk op F2 om de formule aan te passen
    * de cellen, die in de formule gebruikt worden hebben dan een gekleurde rand, overeenkomend met de celverwijzing in de formule: tekstsamen3
    * ‘pak’ met de muis de groene rand vast en sleep 1 cel naar rechts
    * idem met de blauwe rand; door dit slepen wordt de formule automatisch aangepast
  7. de achternaam van de tweede persoon is nog niet juist; de celverwijzing dient nog aangepast te worden.

Is het bestand veel groter, dan moet per regel bekeken worden welke formule waar moet komen; het handigste gaat dit door de 2 cellen van de tweede naam te Kopiëren en overal waar dezelfde situatie zich voordoet te Plakken. Idem voor de vierde en de vijfde naam (dan hebben we alle mogelijkheden gehad).

Alternatieve samenvoeging

Waar we in Excel een optelling van getallen regelen via het +-teken, kunnen we ook teksten ‘optellen’. Alleen wordt daar een ander teken voor gebruikt: & (ampersand; zie het interessante artikel op Wikipedia).

Een alternatieve (simpelere) manier om de naam Jan Willem te maken krijgen we dan als volgt: =B4&” “&C4

Zie verder het Voorbeeldbestand.

Flexibele overzichten

Tekst-samenvoegingen kunnen goed gebruikt worden om rapportages/overzichten flexibeler te maken.
Hoe vaak gebeurt het niet dat je een overzicht van een vorig jaar of vorige maand kopieert en vergeet om alle ‘harde’ jaar- en maand-aanduiding aan te passen.

Het is dan ook een goede gewoonte om harde gegevens (vaak parameters genoemd) apart vast te leggen en daar in formules naar te verwijzen.

tekstsamen4In het Voorbeeldbestand op het werkblad Parameters is dit in het kort uitgewerkt:

  1. leg het jaar vast in cel C2 en de maand in C3
  2. typ de volgende formule in cel B7:
    =”Overzicht van “&C3&” “&C2
    (denk aan de spaties op de juiste plaatsen!)
  3. verander een input-variabele en bekijk het resultaat.

In plaats van 2 variabelen kunnen we ook eenzelfde resultaat bereiken door uit te gaan van één datum (cel C4).
In cel F7 voeren we de volgende formule in: =”Overzicht van “&C4
tekstsamen5 Helaas, het resultaat is niet precies wat we verwachten! Excel “vergeet” nu dat we te maken hebben met een datum. We moeten zelf nog wat denkwerk verrichten:  =”Overzicht van “&TEKST(C4;”mmmm jjjj”). Door opmaak aan de broncel mee te geven, krijgen we wel het gehoopte resultaat.

 NB1 omdat we weten, dat cel C4 een datum voorstelt, geven we die cel met behulp van de functie TEKST een datum-opmaak; ‘speel’ met de notatie-instellingen: het aantal m‘s, zet er ook eens een d in etc.

NB2 met dezelfde functie TEKST kan ook de opmaak van een getal worden aangepast. De opmaak volgt dezelfde notatie als bij Celeigenschappen.

De formules in de Excel-sheet worden beter leesbaar wanneer de cellen met parameters een Naam krijgen. Geef je aan cel C2 de naam Jaar mee en aan C3 de naam Maand dan wordt de formule in B7 =”Overzicht van “&Maand&” “&Jaar
Zeker wanneer verwijzingen zich op andere werkbladen bevinden is een dergelijke formule veel duidelijker.

tekstsamen6In het kader van flexibiliteit: om bij een volgende maand niet allerlei wijzigingen te hoeven doorvoeren, moeten de datums natuurlijk ook afhankelijk zijn van een parameter:tekstsamen7
via de functies DATUM, JAAR en MAAND wordt gebruik gemaakt van de waarde in cel C4.
NB met DATUM zijn allerlei mogelijkheden denkbaar. Voorbeeld: wil je de laatste dag hebben van de maand, waarin de datum in C4 valt?
=DATUM(JAAR(C4);MAAND(C4)+1;1)-1
ofwel maak een datum door het jaar van C4 te nemen, de maand van C4 plus 1 (de volgende maand dus) en de eerste dag. Door dan van het resultaat 1 af te trekken weten we zeker dat we op de laatste van de betreffende maand uitkomen!

Eigen functies

In het eerste voorbeeld waren we al even bezig om alle namen goed te krijgen, ook al betrof het maar een bestandje met enkele regels.
Zeker wanneer het meer regels betreft en met meer variaties dan wordt het netjes samenvoegen van teksten een behoorlijk karwei.

tekstsamen8In het Voorbeeldbestand heb ik in het tabblad Tennis een overzicht opgenomen van een tenniscompetitie, zoals die binnen is gehaald vanuit een PDF. Zoals te zien is moet er flink ‘gepoetst’ worden. Voor dit soort werk heb ik een eigen TekstSamenvoeg-functie geschreven. Laten we die eerst aan het werk zetten:

  1. voeg op de plaats van kolom C een nieuwe kolom in
  2. in de nieuwe cel C3 plaatsen we de volgende functie:
    =TekstSamenvoegenRange(D3:E3)
  3. kopieer cel C3 naar beneden (dubbelklik op de vulgreep van cel C3)
  4. ook nu klopt nog niet alles: in regel 7 moeten 3 cellen samengevoegd worden. Daar moet de formule dus worden: =TekstSamenvoegenRange(D7:F7)
  5. kopieer deze cel naar alle regels waar drie cellen moeten worden samengevoegd
  6. selecteer cel D2, ‘pak’ de rand vast en sleep naar C2
  7. selecteer de hele kolom C (klik op de C boven de kolom)
  8. kies kopiëren en daarna direct Plakken/waarden; op deze manier is de inhoud van kolom C ‘hard’ gemaakt
  9. voeg op de plaats van kolom D een nieuwe kolom in
  10. in de nieuwe cel D3 plaatsen we de volgende functie:
    =TekstSamenvoegenRange(G3:I3)
  11. kopieer cel D3 naar beneden (dubbelklik op de vulgreep van cel D3)
  12. op verschillende plaatsen klopt het nu niet, bijvoorbeeld in regel 4. Selecteer cel D4 en druk op de functietoets F2. De cellen G4 t/m I4 hebben nu een blauwe rand. Pak de hoekpunt linksonder en sleep deze één cel naar rechts en druk op Enter.
  13. pas op dezelfde manier de overige formules aan, waar dat nodig is.
  14. sleep het kopje uit cel F2 naar D2
  15. maak kolom D hard en verwijder alle kolommen E t/m J

De VBA-routine van deze functie is te vinden in Module1 van het Voorbeeldbestand. Druk daartoe op Alt-F11 (dus de Alt-toets inhouden en op de functietoets F11 drukken). De commentaarregels (groene tekst) lichten de bedoeling van de functie en de diverse stappen toe.

De functie kent een optionele parameter, de KoppelTekst (die hoeft dus niet ingevuld te worden; in dat geval wordt hier dan een spatie gekozen).
wanneer we in cel C3 hadden ingevoerd =TekstSamenvoegenRange(D3:E3;” “) dan was het resultaat dus hetzelfde geweest (denk aan de aanhalingstekens om de spatie!).  Maar het had ook =TekstSamenvoegenRange(D3:E3;” | “) kunnen zijn etc.
Door =TekstSamenvoegenRange(D3:E3;TEKEN(10)) worden de elementen gescheiden door een ‘harde-return’ (ofwel nieuwe-regel-opdracht). Vink bij Celeigenschappen/Uitlijning dan wel de optie Terugloop aan.

Ik heb nog een andere functie toegevoegd: TekstSamenvoegenTeller.
Kies opnieuw het tabblad Tennis van het originele Voorbeeldbestand en voer het volgende uit:

  1. voeg op de plaats van kolom C TWEE nieuwe kolommen in
  2. in cel D3 tikken we het getal 2 in; in de nieuwe cel C3 plaatsen we de volgende functie:
    =TekstSamenvoegenTeller(E3;D3)
  3. kopieer de cellen C3 en D3 naar beneden
  4. in sommige cellen zal de waarde 2 gewijzigd moeten worden in 3