Tagarchief: Aantal

Loterij

loterij2Vorige week kreeg ik de vraag, hoe je met Excel het makkelijkst de winnaars van een wedstrijd zou kunnen selecteren.
De bedoeling was om uit een (grote) hoeveelheid goede inzenders willekeurig drie personen er uit te lichten.

Een poosje geleden heb ik al iets geschreven over steekproeven; dezelfde systematiek is ook voor dit probleem toepasbaar.
Maar deze keer een iets andere benadering.

Loterij1

loterijIn het Voorbeeldbestand heb ik in het tabblad Loterij een overzicht opgenomen van alle verkochte loten, inclusief de corresponderende naam (in dit geval de lotnummers 1 t/m 100 en een fictieve naam, die daarvan is afgeleid; bijvoorbeeld bij het eerste lot hoort Naam 1).
NB in plaats van lotnummers kan dit overzicht ook alle goede inzenders van een wedstrijd voorstellen

loterij2Op het tabblad Uitslag worden 3 winnaars geselecteerd:

  1. Allereerst tellen we het aantal verkochte loten (of dus het aantal goede inzenders). In cel C2 staat daartoe de formule:
    =AANTAL(Loterij!B:B)
    Ofwel tel het aantal getallen in kolom B van het tabblad Loterij.
    LET OP zijn in kolom B geen nummers opgenomen maar teksten (bijvoorbeeld A1, A2, B1 etc) dan moet u de formule AANTALARG gebruiken en van het resultaat 1 aftrekken, omdat dan ook het woord LotNr in cel B2 wordt meegeteld
  2. uit het aantal verkochte loten worden dan 3 willekeurige getallen getrokken (cellen C5, C6 en C7):
    =ASELECTTUSSEN(1;$C$2)
    Dus neem een willekeurig getal tussen 1 en de waarde in C2 (in het voorbeeld dus 100); de grenzen doen ook mee.
  3. in cel D5 zoeken we dan de corresponderende naam op:
    =VERT.ZOEKEN(C5;Loterij!B:C;2)
    Deze formule zoekt de waarde uit cel C5 op in kolom B van Loterij en geeft als resultaat de corresponderende cel uit kolom C.
    LET OP bovenstaande formule werkt alleen goed, als de lotnummers in volgorde in kolom B staan en er geen “gaten” zijn. Beter is om de formule
    =VERT.ZOEKEN(C5;Loterij!B:C;2;ONWAAR) te gebruiken; de laatste parameter zorgt er voor, dat Excel naar een exacte match gaat zoeken.
  4. de formule in D5 kan naar beneden gekopieerd worden
  5. bij iedere wijziging in de werkmap worden de Aselect-formules opnieuw berekend; dus iedere keer zullen er andere winnaars tevoorschijn komen. Dit gebeurt ook door op de functietoets F9 te drukken: herberekenen.
    Belangrijk is om van tevoren duidelijk met de “notaris” af te spreken hoe vaak er herberekend zal worden, voordat de definitieve uitslag wordt bepaald.

LET OP met bovenstaande methode is het mogelijk dat prijswinnaar 2 en/of 3 gelijk is aan prijswinnaar 1. Dat is natuurlijk niet de bedoeling. Druk dan nog een keer op F9.

NB worden er aan de lijst in het tabblad Loterij nummers en namen toegevoegd of worden er verwijderd, dan zullen de resultaten in Uitslag direct daaraan worden aangepast; we kijken immers naar alle rijen in de kolommen B en C.

Loterij2

Het Voorbeeldbestand bevat ook een tabblad Loterij2; deze is vergelijkbaar met de eerste, maar is in de vorm van een Excel-tabel opgevoerd. Een groot voordeel hiervan is dat we niet alle cellen uit de kolommen B en C hoeven mee te nemen in de formules: wanneer de tabel wordt uitgebreid of verkleind dan zullen alle corresponderende formules zich automatisch daaraan aanpassen.

loterij3De formule in C2 ziet er anders uit:
=AANTAL(LoterijOvz2[LotNr])
Tel het aantal nummers in de kolom met als kopje LotNr uit de tabel LoterijOvz2 (de tabel uit het tabblad Loterij2).

De rest van kolom C is hetzelfde. Maar in kolom D gebruiken we geen VERT.ZOEKEN maar de functie INDEX. In cel D5 komt dan de formule =INDEX(LoterijOvz2[Naam];C5).
Haal in de kolom met als kopje Naam uit de tabel LoterijOvz2 de waarde op in die regel, die overeenkomt  met de waarde in C5.

NB aanpassingen aan de tabel in Loterij2 worden automatisch meegenomen in de resultaten.

LET OP ook hier kan het nodig zijn om een keer extra op F9 te drukken om geen dubbele prijswinnaars te krijgen.

Loterij3

loterij4In het tabblad Loterij3 van het Voorbeeldbestand is in de Excel-tabel een extra kolom opgenomen, waarin iedere regel van een willekeurig getal tussen 0 en 1 wordt voorzien dmv de formule =ASELECT().
De kans, dat hier dubbele getallen in voorkomen, is heel erg klein.

NB deze functie kent geen parameters, maar, zoals achter iedere functie, dienen er wel 2 haakjes te staan (openen en sluiten).

loterij5De bepaling van de winnaars gaat nu iets anders: in cel C3 wordt de eerste winnaar bepaald door het grootste getal (MAX) in de kolom Aselect van de tabel LoterijOvz3 op te zoeken. In D3 wordt met VERT.ZOEKEN het corresponderende lotnummer gevonden en in E3 met INDEX de naam (zoals uit de formules van kolom F blijkt kunnen we dat laatste ook met VERT.ZOEKEN in de hele tabel LoterijOvz3).

Maar hoe vinden we nu de 2e- en 3e- prijswinnaars? Dan kunnen we niet meer MAX gebruiken.
In cel C4 staat dan ook een andere formule: =GROOTSTE(LoterijOvz3[Aselect];2)
ofwel zoek de tweede in grootte in  de kolom Aselect van de tabel LoterijOvz3.
U begrijpt: in plaats van MAX in cel C3 hadden we ook de functie GROOTSTE met een parameter 1 kunnen gebruiken!

NB uiteraard hadden we in dit geval de winnaars ook kunnen selecteren met de functie KLEINSTE.


Aantallen turven

De afgelopen weken kreeg ik in diverse situaties vragen over het tellen van aantallen.

Wat simpel lijkt, wil in geautomatiseerde systemen nog wel eens ingewikkelder uitpakken.
Of het nu het tellen is van het aantal regels in een Excel-bestand, het aantal lege velden in een Excel-kolom, het aantal records in een Access-tabel of het aantal niet-lege namen in een Access-record: het blijft goed opletten wat en hoe er geteld moet worden.

ToepenAantallen turven:
toen ik dit intikte, gingen mijn gedachten weer terug naar de vele gezellige avonden, die we lang geleden met een groepje hebben doorgebracht met het kaartspel Toepen. Bij dit spel worden de strafpunten op een bier- (of sinas-?)viltje geturfd door het zetten van streepjes.

Voor de liefhebbers volgt hieronder, na wat uitleg over het turven van aantallen in Excel en Access, een “geautomatiseerd bierviltje”.
Ik heb daarbij ook een weinig bekende manier van kopiëren gebruikt.

Excel

AantallenIn het Voorbeeldbestand staat in het tabblad Aantal vanaf cel  D15 een overzicht van de omzet per maand en regio van een kleine witgoedhandel (ze verkopen alleen stofzuigers, strijkijzers en broodroosters).

Uiteraard willen we de totale omzet weten (dat lossen we simpel op via een Som-formule);  maar vandaag zijn we meer geïnteresseerd in Aantallen.

AantallenExcel kent diverse standaard-functies om aantallen te berekenen.
De meest simpele (en meest gebruikte) functie is Aantal. Maar als we die toepassen op het bereik D15:D158 (de maanden) dan krijgen we als resultaat 0; idem voor Regio en Product. Pas het turven van aantallen in de kolom Bedrag levert een aantal groter dan nul op, namelijk 142. De functie Aantal telt alleen maar de inhoud van numerieke cellen!

NB een datum is voor Excel ook een getal; dus de functie Aantal turft ook datums (zie ook de cellen L18:M21 in het Voorbeeldbestand).

De functie Aantalarg voldoet al beter aan de verwachtingen (zie het overzicht hierboven): deze functie telt hoeveel cellen er gevuld zijn, onafhankelijk van de inhoud.

Mbv de functie Aantal.lege.cellen (denk aan de puntjes!) kunnen we analyseren of en hoeveel lege cellen er in een cellenbereik voorkomen.

Voor de volledigheid heb ik ook nog enkele voorbeelden van de functies Aantal.als en Aantallen.als opgenomen; zie voor nadere uitleg het artikel Tellen met voorwaarden.

Turf-alternatief

Om snel te kunnen achterhalen in welke regel er gegevens ontbreken, heb ik achter iedere regel, in kolom H, mbv de functie Aantalarg geteld hoeveel velden er gevuld zijn.
AantallenDoor cellen, die NIET 4 opleveren, via Voorwaardelijke opmaak te kleuren zien we direct in  welke regels het fout gaat
(in één van de komende artikelen zal ik op Voorwaardelijke opmaak terugkomen).

Voor de liefhebbers nog een andere manier van tellen waarbij gebruik wordt gemaakt van zogenaamde Array- of Matrix-formules.
Wanneer we in Excel in een cel intypen =D15<>”” (we kijken dus of cel D15 NIET leeg is) dan levert dit de waarde WAAR op (als die cel gevuld is tenminste!). Maar intern vertaalt Excel dit naar een 1 (en ONWAAR naar een 0; het blijft een computerprogramma!). Daar kunnen we gebruik van maken:
typ in een cel =1*(D15<>””) en we krijgen als resultaat 1.
NB denk aan de haakjes rond de voorwaarde.

We zouden in cel I15 kunnen intikken =1*(D15<>””)+1*(E15<>””)+1*(F15<>””)+1*(G15<>””) om te achterhalen hoeveel cellen er niet leeg zijn, maar dat kan makkelijker:

  1. tik in cel I15 in =Som(1*(
  2. selecteer de cellen D15 t/m G15
  3. en tik dan in (allemaal in cel I15) <>””))
  4. niet op Enter drukken, maar Ctrl-Shift-Enter

Excel zal nu voor alle cellen in het bereik D15:G15 beoordelen of die leeg is; vermenigvuldigd met 1 levert dit een serie 0’en en 1’en op, die door de functie Som bij elkaar worden opgeteld.

Door de combinatie Ctrl-Shift-Enter wordt er een Array- of Matrix-formule ingevoerd; in de formulebalk wordt dit weergegeven door {} rond de formule.

NB alleen op bovenstaande manier kun je een array-formule invoeren; het plaatsen van accolades rond een formule werkt niet!

Kopieer de array-formule naar beneden (via de vulgreep rechtsonder in cel I15 natuurlijk; zie het artikel Doorvoeren en sorteren).

Access

Binnen dit programma moeten we het doen met veel minder (functie-)mogelijkheden. Voor het tellen van het aantal records in een tabel kunnen we een Totaal-query maken en dan per veld in de regel Totaal: aangeven dat we het Aantal willen zien.
Aantal AccessHet resultaat hiervan komt overeen met het gebruik van de functie Aantalarg in Excel; dus het aantal niet-lege velden wordt geturfd voor ieder type veld.

Willen we het aantal niet-lege velden binnen een record weten (net als de berekening in de cellen H15 en I15 hiervoor in Excel) dan zullen we zelf een formule moeten intypen in de query.
Aantal Access

Optie 1:
Gevuld: IIf([Maand]<>””;1;0) + IIf([Regio]<>””;1;0) + IIf([Product]<>””;1;0) + IIf([Bedrag]<>0;1;0)

De eerste als-voorwaarde (in Access Iif) levert een 1 als Maand niet leeg is, anders 0; de tweede voorwaarde hetzelfde voor Regio enz. Door de 4 resultaten van de Iif’s op te tellen zien we per record hoeveel velden er gevuld zijn.

NB Bedrag is in Access een numeriek veld; de inhoud kunnen we dan niet vergelijken met een lege tekst, dus we controleren of de waarde niet gelijk is aan 0.

Optie 2:
Gevuld2: IIf(Not IsNull([Maand]);1;0) + IIf(Not IsNull([Regio]);1;0) + IIf(Not IsNull([Product]);1;0) + IIf(Not IsNull([Bedrag]);1;0)

Vergelijkbaar met Optie 1, maar we controleren mbv een Access-functie IsNull of een veld leeg is.

Optie 3:
Gevuld3: -(Not IsNull([Maand])) – (Not IsNull([Regio])) – (Not IsNull([Product])) – (Not IsNull([Bedrag]))

Dit is iets korter dan optie 2, waarbij we gebruik maken van de eigenschap dat de waarde WAAR in Access door -1 wordt voorgesteld (en ONWAAR door 0; dit laatste is WEL hetzelfde als in Excel!?).

NB denk aan de juiste plaats en het aantal van de haakjes.

Toepen

Zoals beloofd een “Excel-bierviltje”; zie het Voorbeeldbestand.
De (straf)puntentelling bij het kaartspel Toepen gebeurt van oudsher door het zetten van streepjes, waarbij een vijftal door een dwarsstreep wordt aangegeven. Heb je 15 strafpunten, dan lig je er uit; 14 punten is ook een bijzondere situatie: de tegenstanders krijgen bij verlies 2 strafpunten (of ze passen voor 1 punt). In het Brabants wordt dit “Pulleke” genoemd, op het “scorebord” aangeduid door een P.

In het tabblad ToepBasis worden alle benodigdheden voor het scorebord klaar gezet:

  1. Toepenin het blok B2:C4 staan de gebruikte symbolen, waarbij de cellen C2 t/m C4 een overeenkomende naam hebben gekregen (zie het Naamvak, linksboven)
  2. in de cellen B8:D12 staan de spelersnamen en hun scores: de stand binnen het lopende ‘potje’ en het aantal gewonnen ‘potjes’.
  3. ToepenF6:H12 is het scorebord/Excel-bierviltje.
    In kolom F worden de deelnemers gecombineerd met hun resultaten door cellen en teksten met behulp van het &-teken te koppelen; in cel F8 staat bijvoorbeeld =B8&”   (“&C8&”/”&D8&”)”
  4. kolom G is de meest interessante: hier wordt de score uit kolom C (de cellen C8:C12 hebben samen de naam Score gekregen) omgezet in de juiste streepjes:
    =ALS(Score>=15;Vijftal&Vijftal&Vijftal;ALS(Score=14;Vijftal&Vijftal&Paal;HERHALING(Vijftal;INTEGER(Score/5))&HERHALING(Streepje;REST(Score;5))))
    * als de Score groter of gelijk aan 15 is, dan wordt 3x de tekst uit de cel met de naam Vijftal geplaatst
    * bij een Score van 14, twee vijftallen en het teken voor het “Pulleke”
    * anders via de functie HERHALING zoveel vijftallen als we krijgen wanneer we Score door 5 delen (INTEGER betekent geheel getal) en zoveel streepjes als de REST is bij het delen van de Score door 5.
  5. kolom H bevat een simpelere vorm van de formule uit kolom G
  6. nog wat Voorwaardelijke opmaak toevoegen (‘kapot’: rode achtergrond, ‘Pulleke’: oranje achtergrond, meer dan 9 punten: oranje letters) en het Scorebord is klaar!

LET OP: de naam Score bevat de cellen C8 t/m C12. Wanneer we in kolommen rechts hiervan in een formule verwijzen naar Score, dan neemt Excel de met de rij overeenkomende waarde uit deze reeks. Dus in cel G8 wijst Score naar de waarde in cel C8, in G9 naar cel C9 etc.

ToepenHet “Excel-bierviltje” vinden we terug op het tabblad ToepScore.
Om het turven nog makkelijker te maken bevat het tabblad diverse Besturingselementen, een 10-tal zogenaamde Kringvelden Kringveld. Hiermee is het mogelijk om de scores snel te verhogen en te verlagen. De Kringvelden zijn gekoppeld aan de diverse scores in het vorige tabblad; klik met de rechtermuisknop op een Kringveld en bekijk de instellingen onder de optie Besturingselement opmaken …
Kringvelden
(en andere besturingselementen) vinden we onder de menu-tab Ontwikkelaars.

Het scoreformulier zelf is GEEN serie cellen maar een Excel-afbeelding; wanneer je er op klikt, zie je in de hoeken en in het midden van de randen plaatsen waar je met de cursor de afbeelding kunt vergroten en verkleinen.
En niet zo maar een statisch plaatje; nee, een zogenaamde Gekoppelde afbeelding. De inhoud van de afbeelding verandert met de inhoud van de cellen, waaraan deze gekoppeld is! Mooier kunnen we het niet maken….

Hoe maken we een gekoppelde afbeelding?

  1. selecteer de cellen, die in de afbeelding moeten worden weergegeven (voor ons scorebord de cellen F6:H12 in het tabblad ToepBasis)
  2. klik rechts in de selectie en kies Kopiëren
  3. Toepenga naar de cel waar de afbeelding moet komen, klik rechts en kies de optie Plakken speciaal ….
    In het submenu kies je onder Andere plakopties de 4e mogelijkheid, Gekoppelde afbeelding
  4. pas via de grepen aan de zijkant van de afbeelding de grootte aan en/of verplaats het plaatje naar de gewenste locatie.

NB Gekoppelde afbeeldingen kunnen een belangrijke rol spelen in rapportages. Wanneer je daar meerdere overzichten onder elkaar wilt weergeven, zal het meestal zo zijn, dat de gewenste kolom-breedtes van die overzichten niet met elkaar overeenkomen; maar Excel kan standaard maar één breedte weergeven.
Zet  de overzichten naast elkaar op een tabblad (of nog beter op verschillende tabbladen) en maak van deze overzichten Gekoppelde afbeeldingen; deze kun je dan onder elkaar zetten, zonder dat de kolombreedtes elkaar nog beïnvloeden.

LET OP Gekoppelde afbeeldingen vergen veel van Excel en van je PC! Sla je werk regelmatig op en gebruik niet teveel dynamische afbeeldingen in één werkmap.


Tellen met voorwaarden

Het is weer de tijd van tennistoernooien.

Op het eerste gezicht lijkt er geen verband met Excel te bestaan, maar ook hier kan Excel ingezet worden.
Ik sprak iemand, die een toernooi had georganiseerd en ’s avonds nog snel de resultaten moest bepalen: “ik heb alle uitslagen met punten per wedstrijd in Excel staan, maar ik moet nu snel van iedereen afzonderlijk de punten bij elkaar hebben.”
In Excel kan dat makkelijk met Tellen met voorwaarden.

AANTAL.ALS

Tellen met voorwaardenDe eerste functie die we zullen bekijken is AANTAL.ALS().

Ik heb een Voorbeeldbestand gemaakt, dat iets ingewikkelder is dan het verwerken van de resultaten van een tennistoernooi.
Het is  een overzicht, waarin per maand en per regio de omzet van diverse vertegenwoordigers/agenten is opgenomen.
Wanneer we nu bijvoorbeeld willen weten hoe vaak een omzet van € 7.500 voorkomt (de omzet staat in de cellen E3:E202) dan kunnen we de volgende formule gebruiken: =AANTAL.ALS(E3:E202;7500).

Tellen met voorwaardenDe eerste parameter/argument van de functie is het bereik van de gegevens, waarvan u de aantallen wilt weten en het tweede argument is de voorwaarde waaraan ze moeten voldoen om mee te mogen tellen.
Door in te typen =AANTAL.ALS(B3:B202;”jan”) zien we dat er voor januari 22 keer een omzet is geregistreerd.

LET OP: als de voorwaarde een tekst is dan moeten er “ (aanhalingstekens) om de voorwaarde gezet worden.

Tellen met voorwaardenIn het voorbeeld hiernaast ziet u dat u op deze manier snel een jaaroverzicht kunt maken; op de plaats van de voorwaarde staat een verwijzing naar een cel, die de gewenste voorwaarde bevat.
Door in de cel I6 het bereik dmv de $-tekens absoluut te maken en de voorwaarde (G6) niet, kan deze formule direct naar beneden gekopieerd worden en hoeft dan in de andere cellen niet meer aangepast te worden.
Onze tennis-organisator zou een dergelijk overzicht dus ook voor de deelnemers aan het toernooi kunnen maken en Excel haalt de gewenste gegevens dan op.

Jokers

Zoals op veel meer plaatsen in Excel kunnen bij tekst-voorwaarden zogenaamde Jokers (wildcards) worden ingezet.
Tellen met voorwaardenHiernaast staan drie voorbeelden van het gebruik van het * (sterretje; dit joker-teken geeft aan, dat wat er vanaf die positie komt niet relevant is): in het eerste geval tellen we de aantallen van de maanden die beginnen met een ‘j’, in de tweede regel alle regio’s, die eindigen op een ‘d’ (Noord en Zuid dus) en als laatste alle regio’s, die eindigen op een ‘t’ (Oost en West).

Tellen met voorwaardenIn de praktijk komt het gebruik van een ander joker-teken (het vraagteken, ?) minder voor: waar het sterretje (*) een willekeurig aantal tekens vervangt, geeft het vraagteken aan, dat het niet relevant is wat er op die ene positie staat. In het voorbeeld zoeken we alle agenten, waar op de tweede plaats een ‘a’ staat.

Numerieke voorwaarden

Tellen met voorwaardenWanneer we een voorwaarde opgeven voor getallen dan is het niet alleen mogelijk om exacte getallen te zoeken (in het eerste voorbeeld hierboven moest de omzet exact gelijk zijn aan 7.500), maar ook vergelijkingen als kleiner dan (<), groter of gelijk aan (>=) zijn mogelijk.

SOM.ALS

In de voorgaande voorbeelden hebben we met behulp van AANTAL.ALS aantallen geteld. In Excel is het ook mogelijk om op een vergelijkbare manier getallen op te tellen (voor onze toernooi-directeur zeker zo interessant!).

Tellen met voorwaardenIn het voorbeeld hiernaast wordt door de formule =SOM.ALS(E3:E202;7500) alle omzet, die voldoet aan de voorwaarde, dat de omzet gelijk is aan 7.500, opgeteld. Aangezien we hiervoor hebben gezien dat dit in het voorbeeldbestand 4 keer voorkomt, is de som gelijk aan 30.000.

Tellen8De SOM.ALS-formule is echter nog krachtiger: het is mogelijk om een derde argument aan de functie mee te geven, het zogenaamde Optelbereik.

NB een dergelijk argument, dat niet altijd hoeft te worden ingevuld, wordt optioneel genoemd. Bij het intikken van een formule worden dergelijke parameters met []-haken aangeduid. Bij het scherm met Functieargumenten (ga naar een cel met een SOM.ALS-formule en klik op FunctieInvoeren), zijn optionele argumenten lichtgrijs.

Een uitbreiding van SOM.ALS is de functie SOMMEN.ALS. Misschien wat verwarrend: de volgorde van de argumenten is heel anders dan bij SOM.ALS.
Tellen met voorwaardenHet eerste argument van SOMMEN.ALS is het optelbereik, het tweede een criteriumbereik en het derde de voorwaarde. Op deze manier is de werking van deze functie exact gelijk aan SOM.ALS. De kracht van de uitgebreidere functie is, dat er meerdere voorwaarden als argument meegegeven kunnen worden.

Draaitabel

Veel van bovenstaande berekeningen kunnen veel makkelijker, sneller, flexibeler (bedenk nog maar een paar ander loftuitingen) met een draaitabel worden bepaald; zie het tabblad Draai in het Voorbeeldbestand.

Waar het aankomt op voorwaarden met Jokers of vergelijkingstekens (<, > etc) zijn bovenstaande formules echter een must-have (of must-know?).

Functie ToonFormule

In de voorbeelden is gebruik gemaakt van de Eigen Functie ToonFormule(). Andere voorbeelden van eigen functies zijn te vinden in het artikel G-Info en de functie G_Info().

Wilt u de functie ToonFormule gebruiken dan kunt u deze terugvinden in Module1 van de Visual Basic-omgeving (zie het artikel over VBA voor uitleg hierover). Kopieer de functie naar een Module in de VBA-omgeving van uw eigen spreadsheet.